For
The Welfare, Happiness, Peace of All Sentient and Non-Sentient Beings and for them to Attain Eternal Peace as Final Goal.
KUSHINARA NIBBANA BHUMI PAGODA-It
is a 18 feet Dia All White Pagoda with may be a table or, but be sure
to having above head level based on the usual use of the room. in 116 CLASSICAL LANGUAGES
Through
At
WHITE HOME
668, 5A main Road, 8th Cross, HAL III Stage,
Prabuddha Bharat Puniya Bhumi Bengaluru
Magadhi Karnataka State
PRABUDDHA BHARAT
Dr B.R.Ambedkar thundered āMain Bharat Baudhmay karunga.ā (I will make India Buddhist)
Opdagelse af Awakenened One med Awareness Universe (DAOAU)
https://www.youtube.com/watch?v=zYylP1SozJ8
MahÄparinibbÄna Sutta i 05) Klassisk PÄįø·i, 29) Klassisk engelsk, romersk,
DN 16 - (D ii 137)
MahÄparinibbÄna Sutta
{uddrag}
- De sidste instruktioner -
[Maha-Parinibbana]
Denne
sutta samler forskellige instruktioner, Buddha gav for sine tilhƦngers
skyld efter hans bortgang, hvilket gĆør det til et meget vigtigt sƦt
instruktioner for os i dag.
BemƦrk: infobubbles pĆ„ alle Pali-ord undtagen i sektion med lysegrĆøn baggrundsfarve05)
(Spejlet af Dhamma)
Jeg
vil forklare diskursen om Dhammaen, der kaldes DhammÄdÄsa, besat af
hvilken ariyasÄvaka, hvis han Ćønsker det, kan erklƦre sig selv: ‘For mig
er der ikke mere niraya, ikke mere tiracchÄna-yoni, ikke mere
pettivisaya, ingen mere tilstand af ulykke, ulykke, elendighed, jeg er
en sotÄpanna, af naturen fri for elendighedsstater, sikker pĆ„ at vƦre
bestemt til sambodhi.
Og hvad, andananda, er den diskurs om
Dhammaen, der kaldes DhammÄdÄsa, besiddet af hvilken ariyasÄvaka, hvis
han Ćønsker det, kan erklƦre sig selv: ‘For mig er der ikke mere niraya,
ikke mere tiracchÄna-yoni, ikke mere pettivisaya, ikke mere tilstand af
ulykke, ulykke, elendighed, jeg er en sotÄpanna, i naturen fri for
elendighedsstater, sikker pƄ at vƦre bestemt til sambodhi?
Her, andananda, er en ariyasÄvaka udstyret med Buddhe aveccappasÄda:
Han er udstyret med Dhamme aveccappasÄda:
Han er udstyret med Saį¹ ghe aveccappasÄda:
Han er udstyret med en sila, der er behagelig for ariyas,
Dette,
Änanda, er diskursen om Dhammaen, der kaldes DhammÄdÄsa, besiddet af
hvilken ariyasÄvaka, hvis han Ćønsker det, kan erklƦre sig selv: ‘For mig
er der ikke mere niraya, ikke mere tiracchÄna-yoni, ikke mere
pettivisaya , ikke mere tilstand af ulykke, ulykke, elendighed, jeg er
en sotÄpanna, i naturen fri for elendighedsstater, sikker pĆ„ at vƦre
bestemt til sambodhi.
Sato skulle du forblive, bhikkhus og sampajÄnos. Dette er vores indtrƦngen til dig.
Her, bhikkhus, en bhikkhu
SĆ„ledes er bhikkhus en bhikkhu sato. Og hvordan, bhikkhus, er en bhikkhu sampajÄno? Her, bhikkhus,
Dette er vores indtrƦngen til dig.
Ananda,
de to salatrƦer er i fuld blomst, selvom det ikke er sƦsonen med
blomstring. Og blomsterne regner over Tathagatas krop og falder og
spreder sig og strĆøes over det i tilbedelse af Tathagata. Og himmelsk
koralblomster og himmelsk sandeltrƦpulver fra himlen regner ned pƄ
kroppen af āāTathagata, og falder og spreder og er strĆødd over det i
tilbedelse af Tathagata. Og lyden af āāhimmelske stemmer og himmelske
instrumenter skaber musik i luften ud af ƦrbĆødighed for Tathagata.
Det
er ikke her, andananda, at TathÄgata respekteres, respekteres,
vƦrdsƦttes, hyldes og hƦdres. Men, Ananda, enhver bhikkhu eller
bhikkhuni, lƦgmand eller lƦgmand, resterende
dhamm’Änudhamma’p'paį¹ipanna, sÄmÄ«ci’p'paį¹ipanna, der lever i
overensstemmelse med Dhamma, at man respekterer, Ʀres, respekterer,
hylder og hƦder TathÄgata med det mest fremragende
hyldest. Derfor,
andananda, bĆør du trƦne jer sĆ„ledes: ‘Vi vil forblive
dhammāÄnudhammaāp’paį¹ipanna, sÄmÄ«ci’p'paį¹ipanna, leve i overensstemmelse
med Dhamma’.
‘For nogle af jer, andananda, kan det forekomme
sĆ„ledes:’ LƦrernes ord er afsluttet, der er ikke lƦngere en lƦrer ‘. Men
dette, Änanda, bĆør ikke overvejes sĆ„. Det, andananda, som jeg har lƦrt
og gjort dig kendt som Dhamma og Vinaya
Ontdekking van Awakened One met Awareness Universe (DAOAU)
https://www.youtube.com/watch?v=zYylP1SozJ8
MahÄparinibbÄna Sutta in 05) Classical PÄįø·i, 29) Klassiek Engels, Romeins,
DN 16 - (D ii 137)
MahÄparinibbÄna Sutta
{fragmenten}
- De laatste instructies -
[mahÄ-parinibbÄna]
Deze
sutta verzamelt verschillende instructies die de Boeddha gaf in het
belang van zijn volgelingen na zijn overlijden, waardoor het
tegenwoordig een zeer belangrijke reeks instructies voor ons is.
Opmerking: infobellen op alle Pali-woorden behalve in sectie met lichtgroene achtergrondkleur05)
(De spiegel van de Dhamma)
Ik
zal de verhandeling uiteenzetten over de Dhamma die DhammÄdÄsa wordt
genoemd, waarvan de ariyasÄvaka, als hij dat wenst, over zichzelf kan
verklaren: ‘Voor mij is er geen niraya meer, geen tiracchÄna-yoni meer,
geen pettivisaya meer, nee meer staat van ongeluk, ongeluk, ellende, ik
ben een sotÄpanna, van nature vrij van staten van ellende, zeker van
voorbestemd te zijn voor sambodhi.
En wat, Änanda, is die
verhandeling over de Dhamma die DhammÄdÄsa wordt genoemd en waarvan de
ariyasÄvaka, als hij dat wenst, over zichzelf kan zeggen: ‘Voor mij is
er geen niraya meer, geen tiracchÄna-yoni meer, niet meer pettivisaya,
geen staat van ongeluk, ongeluk, ellende meer, ik ben een sotÄpanna, van
nature vrij van staten van ellende, zeker dat ik voorbestemd ben tot
sambodhi?
Hier, Änanda, wordt een ariyasÄvaka begiftigd met Buddhe aveccappasÄda:
Hij is begiftigd met Dhamme aveccappasÄda:
Hij is begiftigd met Saį¹ ghe aveccappasÄda:
Hij is begiftigd met een sÄ«la die aangenaam is voor de ariya’s,
Dit,
Änanda, is de verhandeling over de Dhamma die DhammÄdÄsa wordt genoemd
en waarvan de ariyasÄvaka, als hij dat wenst, over zichzelf kan zeggen:
‘Voor mij is er geen niraya meer, geen tiracchÄna-yoni meer, geen
pettivisaya meer , geen staat van ongeluk, ongeluk, ellende meer, ik ben
een sotÄpanna, van nature vrij van staten van ellende, zeker van
voorbestemd te zijn voor sambodhi.
Sato moet je blijven, monniken en sampajÄnos. Dit is onze instructie aan jou.
Hier, monniken, een monnik
Dus monniken zijn een monniken sato. En hoe, monniken, is een monnik sampajÄno? Hier, monniken,
Dit is onze instructie aan jou.
Ananda,
de tweeling salabomen staan āāin volle bloei, hoewel het niet het
bloeiseizoen is. En de bloesems regenen op het lichaam van de Tathagata
en vallen en verspreiden zich en worden erop uitgestrooid ter aanbidding
van de Tathagata. En hemelse koraalbloemen en hemels sandelhoutpoeder
uit de lucht regenen neer op het lichaam van de Tathagata, en vallen en
verspreiden zich en worden erop uitgestrooid ter aanbidding van de
Tathagata. En het geluid van hemelse stemmen en hemelse instrumenten
maakt muziek in de lucht uit eerbied voor de Tathagata.
Het is
niet hierdoor, Änanda, dat de TathÄgata wordt gerespecteerd, vereerd,
gerespecteerd, hulde gebracht en geƫerd. Maar, Ananda, elke monnik of
monnik, leek of leek, die dhamm’Änudhamma’p'paį¹ipanna,
sÄmÄ«ci’p'paį¹ipanna blijft, leeft in overeenstemming met de Dhamma, die
men respecteert, vereert, acht, eer betuigt en de TathÄgata eert met de
meest uitstekende
hulde. Daarom, Änanda, zou je jezelf als volgt
moeten trainen: āWe zullen dhammāÄnudhammaāp’paį¹ipanna,
sÄmÄ«ciāp’paį¹ipanna blijven, levend in overeenstemming met de Dhammaā.
āVoor
sommigen van jullie, Änanda, kan het als volgt gebeuren:ā De woorden
van de leraar zijn geĆ«indigd, er is niet langer een leraar ā. Maar dit,
Ananda, moet niet zo worden overwogen. Dat, Ananda, dat ik heb
onderwezen en jullie bekend heb gemaakt als de Dhamma en de Vinaya
(The Mirror of the Dhamma)
I
will expound the discourse on the Dhamma which is called DhammÄdÄsa,
possessed of which the ariyasÄvaka, if he so desires, can declare of
himself: āFor me, there is no more niraya, no more tiracchÄna-yoni, no
more pettivisaya, no more state of unhappiness, of misfortune, of
misery, I am a sotÄpanna, by nature free from states of misery, certain
of being destined to sambodhi.
And what, Änanda, is that
discourse on the Dhamma which is called DhammÄdÄsa, possessed of which
the ariyasÄvaka, if he so desires, can declare of himself: āFor me,
there is no more niraya, no more tiracchÄna-yoni, no more pettivisaya,
no more state of unhappiness, of misfortune, of misery, I am a
sotÄpanna, by nature free from states of misery, certain of being
destined to sambodhi?
Here, Änanda, an ariyasÄvaka is endowed with Buddhe aveccappasÄda:
He is endowed with Dhamme aveccappasÄda:
He is endowed with Saį¹ ghe aveccappasÄda:
He is endowed with a sīla which is agreeable to the ariyas,
This,
Änanda, is the discourse on the Dhamma which is called DhammÄdÄsa,
possessed of which the ariyasÄvaka, if he so desires, can declare of
himself: āFor me, there is no more niraya, no more tiracchÄna-yoni, no
more pettivisaya, no more state of unhappiness, of misfortune, of
misery, I am a sotÄpanna, by nature free from states of misery, certain
of being destined to sambodhi.
Sato should you remain, bhikkhus, and sampajÄnos. This is our intruction to you.
Here, bhikkhus, a bhikkhu
Thus, bhikkhus, is a bhikkhu sato. And how, bhikkhus, is a bhikkhu sampajÄno? Here, bhikkhus,
This is our intruction to you.
Ananda,
the twin sala trees are in full bloom, though it is not the season of
flowering. And the blossoms rain upon the body of the Tathagata and drop
and scatter and are strewn upon it in worship of the Tathagata. And
celestial coral flowers and heavenly sandalwood powder from the sky rain
down upon the body of the Tathagata, and drop and scatter and are
strewn upon it in worship of the Tathagata. And the sound of heavenly
voices and heavenly instruments makes music in the air out of reverence
for the Tathagata.
It is not by this, Änanda, that the TathÄgata
is respected, venerated, esteemed, paid homage and honored. But,
Ananda, any bhikkhu or bhikkhuni, layman or laywoman, remaining
dhammāÄnudhammaāp’paį¹ipanna, sÄmÄ«ciāp’paį¹ipanna, living in accordance
with the Dhamma, that one respects, venerates, esteems, pays homage, and
honors the TathÄgata with the most excellent
homage. Therefore,
Änanda, you should train yourselves thus: āWe will remain
dhammāÄnudhammaāp’paį¹ipanna, sÄmÄ«ciāp’paį¹ipanna, living in accordance
with the Dhammaā.
Malkovro de Vekita Unu per Konscia Universo (DAOAU)
https://www.youtube.com/watch?v=zYylP1SozJ8
MahÄparinibbÄna Sutta en 05) Klasika PÄįø·i, 29) Klasika angla, roma,
DN 16 - (D ii 137)
MahÄparinibbÄna Sutta
{eltiraĵoj}
- La lastaj instrukcioj -
[mahaa-parinibbÄna]
Äi
tiu sutta kolektas diversajn instrukciojn, kiujn Budho donis por la
favoro de siaj sekvantoj post sia forpaso, kio faras Äin tre grava aro
de instrukcioj por ni nuntempe.
Noto: informoj pri Äiuj Pali-vortoj krom en sekcio kun helverda fonkoloro05)
(La Spegulo de la Dhamma)
Mi
elmontros la diskurson pri la Dhamma nomata DhammÄdÄsa, posedata de kiu
la ariyasÄvaka, se li tiel volas, povas deklari sin: ‘Por mi ne plu
estas niraya, ne plu tiracchÄna-yoni, ne plu pettivisaya, ne pli da
stato de malfeliÄo, de malfeliÄo, de mizero, mi estas sotÄpanna, nature,
libera de Åtatoj de mizero, certaj de esti destinita al sambodhi.
Kaj
kio, andananda, estas tiu diskurso pri la Dhamma nomata DhammÄdÄsa,
posedata de kiu la ariyasÄvaka, se li tiel deziras, povas deklari sin:
‘Por mi ne plu estas niraya, ne plu tiracchÄna-yoni, ne pli pettivisaya,
ne plu stato de malfeliÄo, de malfeliÄo, de mizero, mi estas sotÄpanna,
laÅ naturo libera de Åtatoj de mizero, certaj destinitaj al sambodhi?
Jen, Änanda, ariyasÄvaka estas dotita de Buda aveccappasÄda:
Li estas dotita per Dhamme aveccappasÄda:
Li estas dotita per Saį¹ ghe aveccappasÄda:
Li estas dotita per sÄ«la plaÄa al la ariyas,
Äi
tio, andananda, estas la diskurso pri la Dhamma nomata DhammÄdÄsa,
posedata de kiu la ariyasÄvaka, se li tiel deziras, povas deklari sin:
‘Por mi ne plu estas niraya, ne plu tiracchÄna-yoni, ne plu pettivisaya
Mi ne havas staton de malfeliÄo, de malfeliÄo, de mizero, mi estas
sotÄpanna, nature ne libera de Åtatoj de mizero, certaj de esti
destinitaj al sambodhi.
Sato devus resti, bhikkhus, kaj sampajÄnos. Jen nia alogo al vi.
Jen, bhikkhus, bhikkhu
Tiel, bhikkhus, estas bhikkhu sato. Kaj kiel, bhikkhus, estas bhikkhu sampajÄno? Jen, bhikkhus,
Jen nia alogo al vi.
Ananda,
la Äemelaj salaj arboj estas en plena florado, kvankam Äi ne estas la
sezono de florado. Kaj la floroj pluvas sur la korpon de Tathagata,
falas kaj disiÄas kaj disvastiÄas sur Äi adorkliniÄante al Tathagata.
Kaj Äielaj koralaj floroj kaj Äiela sandalverko el la Äielo pluvas sur
la korpon de Tathagata, kaj falas kaj disiÄas kaj disverÅiÄas sur Äin en
adoron al Tathagata. Kaj la sono de Äielaj voÄoj kaj Äielaj
instrumentoj igas muzikon en la aero respekte al la tathagata.
Ne,
Äi tio, TathÄgata estas respektata, venerada, estimata, omaÄita kaj
honorita. Sed, Ananda, iu ajn bhikkhu aÅ bhikkhuni, laiko aÅ laikino,
restanta dhamm’Änudhamma’p'paį¹ipanna, sÄmÄ«ci’p'paį¹ipanna, vivanta
konforme al la Dhamma, ke oni respektas, veneras, estimas, omaÄas kaj
honoras la TathÄgata kun la plej bonega
omaÄo. Tial, Anglujo, vi
devas tre bone formi vin tiel: “Ni restos dhammÄÄnudhamma’sp’paį¹ipanna,
sÄmÄ«ci’p'paį¹ipanna, vivante konforme al la Dhamma”.
“Al iuj el
vi, Nederlando, Äi povas okazi tiel:” La vortoj de la Majstro finiÄis,
ne plu estas Instruisto “. Sed Äi tio, Nederlando, ne devus esti tiel
pripensita. Tio, andananda, kiun mi instruis kaj konigis al vi kiel la
Dhamma kaj la Vinaya
Ćrkatu avastamine teadlikkuse universumiga (DAOAU)
https://www.youtube.com/watch?v=zYylP1SozJ8
MahÄparinibbÄna Sutta aastal 05) Klassikaline PÄįø·i, 29) Klassikaline inglise, rooma,
DN 16 - (D ii 137)
MahÄparinibbÄna Sutta
{katkendid}
- viimased juhised -
[mahÄ-parinibbÄna]
See
sutta koondab erinevaid juhiseid, mida Buddha pƤrast lahkumist oma
jƤrgijatele andis, mis teeb sellest tƤnapƤeval vƤga olulise juhiste
kogumi.
MƤrkus: infomullid kƵigil Pali sƵnadel, vƤlja arvatud helerohelise taustavƤrviga osa05)
(Dhamma peegel)
Selgitan
Dhamma, mida nimetatakse DhammÄdÄsaks, diskursust, millest ariyasÄvaka
saab soovi korral iseennast kuulutada: āMinu jaoks pole enam niraya,
enam tiracchÄna-yoni, enam pettivisaya, ei rohkem Ƶnnetuse, ebaƵnne,
viletsuse seisundit, olen sotÄpanna, olemuselt vaba kannatuste
seisunditest, kindel, et olen mƵeldud sambodhiks.
Ja mis, Änanda,
on see DhammÄdÄsaks kutsutud Dhamma-teemaline diskursus, mille
ariyasÄvaka saab soovi korral iseendast kuulutada: ‘Minu jaoks pole enam
nirajat, enam tiracchÄna-yoni ega enam pettivisaya, pole enam Ƶnnetu,
ebaƵnne, viletsuse seisundit, ma olen sotÄpanna, olemuselt vaba
viletsuse seisunditest, kindel, et olen mƤƤratud sambodhisse?
Siin, Änanda, antakse ariyasÄvakale Buddhe aveccappasÄda:
Talle on antud Dhamme aveccappasÄda:
Talle on antud Saį¹ ghe aveccappasÄda:
Ta on Ƶnnistatud pislaga, mis on ariyadele meeldiv,
See,
Änanda, on Dhamma, mida nimetatakse DhammÄdÄsa, diskursus, mida
ariyasÄvaka soovi korral saab iseendaks kuulutada: āMinu jaoks pole enam
nirajat, enam tiracchÄna-yoni ega enam pettivisajat. , pole enam
Ƶnnetu, ebaƵnne vƵi viletsuse seisundit, olen sotÄpanna, olemuselt vaba
kannatuste seisunditest, olles kindel, et on mƵeldud sambodhiks.
Sato peaksid jƤƤma, bhikkhus ja sampajÄnos. See on meie sissetung teile.
Siin, bhikkhus, bhikkhu
Seega, bhikkhus, on bhikkhu sato. Ja kuidas, bhikkhus, on bhikkhu sampajÄno? Siin, bhikkhus,
See on meie sissetung teile.
Ananda,
kaksiksalad on tƤies Ƶites, kuigi see pole Ƶitsemise aastaaeg. Ja Ƶied
vihmuvad Tathagata kehale ja langevad ning hajuvad laiali ja neid
valatakse Tathagata kummardamisel. Ja taevaseid koralllilli ja taevast
taevast sandlipuu pulbrit vihmab Tathagata keha alla ning need langevad
ja hajuvad ning on selle peale Tathagata kummardamisel. Ja taevaste
hƤƤlte ning taevainstrumentide kƵla teeb muusikat Ƶhus Tathagata jaoks
aupaklikuks.
Mitte see, Änanda, austab TathÄgatat, austatakse,
austatakse, austatakse ja austatakse. Kuid Ananda, iga bhikkhu vƵi
bhikkhuni, vƵhik vƵi vƵhik, kes on Dhamm’Änudhamma’p'paį¹ipanna,
sÄmÄ«ci’p'paį¹ipanna ja elab kooskƵlas Dhammaga ja keda austatakse,
austab, hindab, avaldab austust ja austab TathÄgatat kƵige
suurepƤrasemaga
austus. SeetƵttu, Änanda, peaksite ennast koolitama
nii: ‘Me jƤƤme dhamm’Änudhamma’p'paį¹ipanna, sÄmÄ«ci’p'paį¹ipanna, elades
vastavalt Dhamma’le.
‘MƵnele teist, Änanda, vƵib see juhtuda
nii:’ Ćpetaja sƵnad on lƵppenud, Ćpetajat pole enam ‘. Kuid seda,
Änanda, ei tohiks nii kaaluda. See, Änanda, mida ma olen teile Ƶpetanud
ja teile teada andnud kui Dhamma ja Vinaya
Pagtuklas ng Nagising na Isa sa Awtomatikong Unibersidad (DAOAU)
https://www.youtube.com/watch?v=zYylP1SozJ8
MahÄparinibbÄna Sutta noong 05) Classical PÄįø·i, 29) Classical English, Roman,
DN 16 - (D ii 137)
MahÄparinibbÄna Sutta
{mga sipi}
- Ang huling tagubilin -
[mahÄ-parinibbÄna]
Ang
sutta na ito ay nagtitipon ng iba’t ibang mga tagubilin na ibinigay ng
Buddha para sa kapakanan ng kanyang mga tagasunod pagkatapos ng kanyang
pag-alis, na ginagawang isang napakahalagang hanay ng mga tagubilin para
sa atin ngayon.
Tandaan: mga infobubbles sa lahat ng mga salita ng Pali maliban sa seksyon na may ilaw na kulay berde na background05)
(Ang Mirror ng Dhamma)
Ipapaliwanag
ko ang diskurso sa Dhamma na tinatawag na DhammÄdÄsa, na nagmamay-ari
kung saan ang ariyasÄvaka, kung gusto niya, ay maaaring magpahayag ng
sarili: ‘Para sa akin, wala nang niraya, wala nang tiracchana-yoni, wala
nang pettivisaya, wala nang higit pang estado ng kalungkutan, ng
kasawian, ng kalungkutan, ako ay isang sotÄpanna, sa pamamagitan ng
kalikasan na walang mga estado ng kalungkutan, na tiyak na nakalaan sa
sambodhi.
At kung ano, Änanda, ay ang diskurso sa Dhamma na
tinawag na DhammÄdÄsa, na nagmamay-ari kung saan ang ariyasÄvaka, kung
gusto niya, ay maaaring magpahayag ng kanyang sarili: ‘Para sa akin,
wala nang niraya, wala nang tiracchana-yoni, hindi na pettivisaya, wala
nang estado ng kalungkutan, ng kasawian, ng paghihirap, Ako ay isang
sotÄpanna, sa likas na kalikasan mula sa mga estado ng pagdurusa, na
tiyak na nakalaan sa sambodhi?
Dito, ang Änanda, isang ariyasÄvaka ay pinagkalooban ng Buddhhe aveccappasÄda:
Siya ay pinagkalooban ng Dhamme aveccappasÄda:
Siya ay pinagkalooban ng Saį¹ ghe aveccappasÄda:
Siya ay pinagkalooban ng isang sīla na kung saan ay sang-ayon sa mga ariyas,
Ito,
ang Sinanda, ay ang diskurso sa Dhamma na tinawag na DhammÄdÄsa, na
nagmamay-ari kung saan ang ariyasÄvaka, kung gusto niya, ay maaaring
magpahayag ng kanyang sarili: ‘Para sa akin, wala nang niraya, wala nang
tiracchana-yoni, wala nang pettivisaya , walang higit na kalagayan ng
kalungkutan, ng kasawian, ng kalungkutan, ako ay isang sotÄpanna, sa
pamamagitan ng kalikasan na wala sa mga estado ng kalungkutan, na tiyak
na nakalaan sa sambodhi.
Sato dapat kang manatili, bhikkhus, at sampajÄnos. Ito ang aming panghihimasok sa iyo.
Dito, ang bhikkhus, isang bhikkhu
Sa gayon, ang bhikkhus, ay isang hayop ng bhikkhu. At paano, bhikkhus, ay isang bhikkhu sampajÄno? Dito, bhikkhus,
Ito ang aming panghihimasok sa iyo.
Ananda,
ang mga twin sala puno ay nasa buong pamumulaklak, kahit na hindi ito
panahon ng pamumulaklak. At ang mga bulaklak ay umuulan sa katawan ng
Tathagata at bumababa at nagkalat at nagkalat sa pagsamba sa Tathagata.
At ang mga bulaklak na coral ng coral at langit na sandalwood na pulbos
mula sa langit ay bumagsak sa katawan ng Tathagata, at bumagsak at
nagkalat at nagkalat sa pagsamba sa Tathagata. At ang tunog ng mga tinig
ng langit at makalangit na mga instrumento ay gumagawa ng musika sa
hangin dahil sa paggalang sa Tathagata.
Hindi sa pamamagitan
nito, ang Änanda, na ang TathÄgata ay iginagalang, pinarangalan,
iginagalang, pinarangalan at pinarangalan. Ngunit, Ananda, ang anumang
bhikkhu o bhikkhuni, layman o laywoman, ang natitirang
dhamm’Änudhamma’p'paį¹ipanna, sÄmÄ«ci’p'paį¹ipanna, nabubuhay alinsunod sa
Dhamma, na iginagalang ng isang tao, venerates, esteems, nagbabayad ng
paggalang, at pinarangalan ang TathÄgata sa pinaka mahusay
paggalang.
Samakatuwid, si Änanda, dapat mong sanayin ang iyong sarili sa ganito:
‘Mananatili kami dhamm’Änudhamma’p'paį¹ipanna, sÄmÄ«ci’p'paį¹ipanna,
nabubuhay alinsunod sa Dhamma’.
‘Sa ilan sa iyo, Änanda, maaaring
mangyari ito:’ Natapos na ang mga salita ng Guro, wala na isang Guro ‘.
Ngunit ito, si Änanda, ay hindi dapat, dapat isaalang-alang. Iyon, ang
Änanda, na itinuro ko at ipinakilala sa iyo bilang Dhamma at Vinaya
HerƤtyn lƶytƤminen tietoisuuden maailmankaikkeuden kanssa (DAOAU)
https://www.youtube.com/watch?v=zYylP1SozJ8
MahÄparinibbÄna Sutta vuonna 05) Klassinen PÄįø·i, 29) Klassinen englanti, rooma,
DN 16 - (D ii 137)
MahÄparinibbÄna Sutta
{Otteita}
- Viimeiset ohjeet -
[Maha-Parinibbana]
TƤmƤ
sutta kokoaa erilaisia āāohjeita, jotka Buddha antoi seuraajilleen
poistumisensa jƤlkeen, mikƤ tekee siitƤ meille nykyƤƤn erittƤin tƤrkeƤn
ohjeen.
Huomaa: infobubbles kaikissa pali-sanoissa paitsi osassa, jonka vaaleanvihreƤ taustavƤri on05)
(Dhamman peili)
SelitƤn
Dhammasta, jota kutsutaan DhammÄdÄsaksi, josta ariyasÄvaka voi
halutessaan ilmoittaa itsestƤƤn: ‘Minulle ei ole enƤƤ nirayaa, enƤƤ
tiracchÄna-yoni’ta, ei enƤƤ pettivisaya’a, ei enemmƤn onnettomuuden,
onnettomuuden, kurjuuden tilaa, olen sotÄpanna, luonteeltaan vapaa
kurjuuden tiloista, varmasti sambodhille tarkoitettu.
Ja mikƤ,
Änanda, on se keskustelu Dhammasta, jota kutsutaan DhammÄdÄsaksi, jonka
hallussa olevat ariyasÄvaka voivat halutessaan ilmoittaa itsestƤƤn:
‘Minulle ei ole enƤƤ nirayaa, ei enƤƤ tiracchÄna-yoni’ta, enempƤƤ
pettivisaya, ei enƤƤ onnettomuuden, onnettomuuden, kurjuuden tilaa, olen
sotÄpanna, luonteeltaan vapaa kurjuuden tiloista, varmasti sambodhille
tarkoitettu?
TƤssƤ, Änanda, ariyasÄvaka on saanut Buddhe aveccappasÄda:
HƤnellƤ on Dhamme aveccappasÄda:
HƤnelle on annettu Saį¹ ghe aveccappasÄda:
HƤnelle on annettu sīla, joka on miellyttƤvƤ ariyas,
TƤmƤ,
Änanda, on keskustelu Dhammasta, jota kutsutaan DhammÄdÄsaksi, jonka
omistama ariyasÄvaka voi halutessaan julistaa itsensƤ: ‘Minulle ei ole
enƤƤ nirayaa, enƤƤ tiracchÄna-yoni’ta, ei enƤƤ pettivisayaa. , ei enƤƤ
onnettomuuden, onnettomuuden, kurjuuden tilaa, olen sotÄpanna,
luonteeltaan vapaa kurjuuden tiloista, varmasti sambodhille tarkoitettu.
Sato jos pysyt, bhikkhus ja sampajÄnos. TƤmƤ on meidƤn tunkeutumisemme sinulle.
TƤƤllƤ, bhikkhus, bhikkhu
Siksi bhikkhus on bhikkhu-sato. Ja miten, bhikkhus, on bhikkhu sampajÄno? TƤƤllƤ, bhikkhus,
TƤmƤ on meidƤn tunkeutumisemme sinulle.
Ananda,
kaksoisalapuut ovat tƤydessƤ kukassa, tosin se ei ole kukinnan kausi.
Ja kukkii sataa Tathagatan kehon pƤƤlle ja putoaa ja hajoaa ja
levitetƤƤn sen pƤƤlle Tathagata-palvonnassa. Taivaalliset korallikukat
ja taivaallinen santelipuujauhe taivaalta sataavat Tathagatan ruumiin
pƤƤlle. Pudottavat ja siruttavat ja ovat tƤynnƤ sitƤ Tathagatan
palvonnassa. Ja taivaallisten ƤƤnien ja taivaallisten soittimien ƤƤni
tekee musiikista ilmassa Tathagataa kunnioittaen.
Se ei ole,
Änanda, sillƤ, ettƤ TathÄgataa kunnioitetaan, kunnioitetaan,
arvostetaan, kunnioitetaan ja kunnioitetaan. Mutta Ananda, mikƤ tahansa
bhikkhu tai bhikkhuni, maallikko tai maallikko, jƤljelle jƤƤvƤ
dhamm’Änudhamma’p'paį¹ipanna, sÄmÄ«ci’p'paį¹ipanna, asuu Dhamman mukaisesti
ja jota kunnioitetaan, kunnioitetaan, arvostetaan, kunnioitetaan ja
kunnioitetaan TathÄgataa. kaikkein erinomainen
kunnianosoitus. Siksi,
Änanda, sinun tulisi kouluttaa itsesi nƤin: ‘Me pysymme
dhamm’Änudhamma’p'paį¹ipanna, sÄmÄ«ci’p'paį¹ipanna, elƤmme Dhamman
mukaisesti’.
‘Joillekin teistƤ, Änanda, se voi tapahtua nƤin:’
Opettajan sanat ovat pƤƤttyneet, Opettajaa ei ole enƤƤ ‘. Mutta tƤtƤ,
Änandaa, ei pitƤisi pitƤƤ niin. Se, Änanda, jonka olen opettanut ja
ilmoittanut sinulle nimellƤ Dhamma ja Vinaya
DĆ©couverte de l’ĆveillĆ© avec l’Univers de la Conscience (DAOAU)
https://www.youtube.com/watch?v=zYylP1SozJ8
MahÄparinibbÄna Sutta en 05) PÄįø·i classique, 29) Anglais classique, romain,
DN 16 - (D ii 137)
MahÄparinibbÄna Sutta
{extraits}
- Les derniĆØres instructions -
[mahÄ-parinibbÄna]
Ce
sutta rassemble diverses instructions que le Bouddha a donnƩes pour le
bien de ses disciples aprĆØs sa mort, ce qui en fait un ensemble
d’instructions trĆØs important pour nous aujourd’hui.
Remarque: infobulles sur tous les mots Pali sauf dans la section avec la couleur de fond vert clair05)
(Le miroir du Dhamma)
J’exposerai
le discours sur le Dhamma qui s’appelle DhammÄdÄsa, dont l’ariyasÄvaka,
s’il le dĆ©sire, peut dĆ©clarer de lui-mĆŖme: “ Pour moi, il n’y a plus
de niraya, plus de tiracchÄna-yoni, plus de pettivisaya, non plus Ć©tat
de malheur, de malheur, de misĆØre, je suis un sotÄpanna, par nature
libre d’Ć©tats de misĆØre, certain d’ĆŖtre destinĆ© au sambodhi.
Et
qu’est, nanda, ce discours sur le Dhamma qui s’appelle DhammÄdÄsa, dont
l’ariyasÄvaka, s’il le dĆ©sire, peut dĆ©clarer de lui-mĆŖme: “ Pour moi,
il n’y a plus de niraya, plus de tiracchÄna-yoni, plus pettivisaya, plus
d’Ć©tat de malheur, de malheur, de misĆØre, je suis un sotÄpanna, par
nature libre d’Ć©tats de misĆØre, certain d’ĆŖtre destinĆ© au sambodhi?
Ici, Änanda, un ariyasÄvaka est dotĆ© de Buddhe aveccappasÄda:
Il est dotĆ© de Dhamme aveccappasÄda:
Il est dotĆ© de Saį¹ ghe aveccappasÄda:
Il est dotĆ© d’un sÄ«la agrĆ©able aux ariyas,
Tel
est, Änanda, le discours sur le Dhamma qui s’appelle DhammÄdÄsa, dont
l’ariyasÄvaka, s’il le dĆ©sire, peut dĆ©clarer de lui-mĆŖme: “ Pour moi,
il n’y a plus de niraya, plus de tiracchÄna-yoni, plus de pettivisaya ,
plus d’Ć©tat de malheur, de malheur, de misĆØre, je suis un sotÄpanna, par
nature libre d’Ć©tats de misĆØre, certain d’ĆŖtre destinĆ© au sambodhi.
Sato devriez-vous rester, bhikkhus et sampajÄnos. Ceci est notre intruction pour vous.
Ici, bhikkhus, un bhikkhu
Ainsi, bhikkhus, est un bhikkhu sato. Et comment, bhikkhus, un bhikkhu sampajÄno? Ici, bhikkhus,
Ceci est notre intruction pour vous.
Ananda,
les arbres jumeaux sala sont en pleine floraison, bien que ce ne soit
pas la saison de la floraison. Et les fleurs pleuvent sur le corps du
Tathagata et tombent et se dispersent et sont rƩpandues dessus dans
l’adoration du Tathagata. Et les fleurs de corail cĆ©leste et la poudre
cƩleste de bois de santal du ciel pleuvent sur le corps du Tathagata,
tombent, se dispersent et sont rĆ©pandues dessus dans l’adoration du
Tathagata. Et le son des voix cƩlestes et des instruments cƩlestes fait
de la musique dans l’air par rĆ©vĆ©rence pour le Tathagata.
Ce
n’est pas par cela, Änanda, que le TathÄgata est respectĆ©, vĆ©nĆ©rĆ©,
estimƩ, rendu hommage et honorƩ. Mais, Ananda, tout bhikkhu ou
bhikkhuni, laĆÆque ou laĆÆque, restant dhamm’Änudhamma’p'paį¹ipanna,
sÄmÄ«ci’p'paį¹ipanna, vivant conformĆ©ment au Dhamma, que l’on respecte,
vĆ©nĆØre, estime, rend hommage et honore le TathÄgata avec le plus
excellent
hommage. Par consĆ©quent, Änanda, vous devriez vous
entraĆ®ner ainsi: Ā«Nous resterons dhammāÄnudhammaāp’paį¹ipanna,
sÄmÄ«ciāp’paį¹ipanna, vivant conformĆ©ment au DhammaĀ».
Ā«Pour
certains dāentre vous, Änanda, cela peut se produire ainsi:Ā« Les paroles
du MaĆ®tre sont terminĆ©es, il nāya plus dāenseignant Ā». Mais cela,
Änanda, ne devrait pas, ĆŖtre ainsi considĆ©rĆ©. Cela, Änanda, que je vous
ai enseignƩ et fait connaƮtre comme le Dhamma et le Vinaya
Untdekking fan Awakened One with Awareness Universe (DAOAU)
https://www.youtube.com/watch?v=zYylP1SozJ8
MahÄparinibbÄna Sutta yn 05) Klassyk PÄįø·i, 29) Klassyk Ingelsk, Romaansk,
DN 16 - (D ii 137)
MahÄparinibbÄna Sutta
{uittreksels}
- De lĆŖste ynstruksjes -
[mahÄ-parinibbÄna]
Dizze
sutta sammelet ferskate ynstruksjes dy’t de Boeddha joech foar de wille
fan syn folgelingen nei syn ferstjerren, wat makket dat it hjoed in
heul wichtige set fan ynstruksjes foar Ćŗs wurdt.
Opmerking: ynfoegje op alle Pali-wurden Ćŗtsein yn seksje mei ljochtgriene eftergrĆ»nkleur05)
(De spegel fan ‘e Dhamma)
Ik
sil it petear Ćŗtlizze oer de Dhamma dy’t DhammÄdÄsa hjit, besit wĆŖrfan
de ariyasÄvaka, as hy dat winsket, fan himsels kin ferklearje: ‘Foar my
is d’r gjin niraya mear, gjin tiracchÄna-yoni mear, gjin pettivisaya
mear, nee mear steat fan ƻngelokkichens, fan ƻngelok, fan ellinde, ik
bin in sotÄpanna, fan natuere frij fan steaten fan ellinde, wis fan dat
ik bestemmt wurdt ta sambodhi.
En wat, Änanda, is dat petear oer
de Dhamma, dat DhammÄdÄsa hjit, besit, wĆŖrfan de ariyasÄvaka, as hy dat
winsket, fan himsels kin ferklearje: ‘Foar my is der gjin mear niraya,
gjin tiracchÄna-yoni mear, net mear pettivisaya, gjin steat mear fan
Ć»ngelokkichens, fan Ć»ngelok, fan ellinde, ik bin in sotÄpanna, fan
natuere frij fan steaten fan ellinde, wis fan dat ik bestimd binne ta
sambodhi?
Hjir, Änanda, wurdt in ariyasÄvaka Ćŗtrikt mei Buddhe aveccappasÄda:
Hy wurdt begiftigd mei Dhamme aveccappasÄda:
Hy is begiftigd mei Saį¹ ghe aveccappasÄda:
Hy is begiftigd mei in syla dy’t goed is foar de ariya’s,
Dit,
Änanda, is it petear oer de Dhamma dy’t DhammÄdÄsa hjit, besit wĆŖrfan
de ariyasÄvaka, as hy dat wol, kin ferklearje fan himsels: ‘Foar my is
der gjin mear niraya, gjin tiracchÄna-yoni mear, gjin pettivisaya mear ,
gjin steat mear fan ƻngelokkichens, fan ƻngelok, fan ellinde, ik bin in
sotÄpanna, fan natuere frij fan steaten fan ellinde, wis fan dat ik
bestimd bin ta sambodhi.
Sato soene jo bliuwe moatte, bhikkhus, en sampajÄnos. Dit is Ćŗs yntinsje foar jo.
Hjir, bhikkhus, in bhikkhu
Sa is bhikkhus in bhikkhu-sato. En hoe, bhikkhus, is in bhikkhu sampajÄno? Hjir, bhikkhus,
Dit is Ćŗs yntinsje foar jo.
Ananda,
de twilling sala beammen binne yn folle bloei, hoewol it net it seizoen
fan bloei is. En de bloei reint oer it lichem fan ‘e Tathagata en sakje
en ferspriede en wurde der op strĆŗnd yn oanbidding fan’ e Tathagata. En
himelske koraalblommen en himelsk sandelhoutpoeder Ćŗt ‘e himel reine
del op it lichem fan’ e Tathagata, en sakje en ferspriede en wurde der
struid yn oanbidding fan ‘e Tathagata. En it lĆ»d fan himelske stimmen en
himelske ynstruminten makket muzyk yn ‘e loft Ćŗt earbied foar de
Tathagata.
It is net troch dit, Änanda, dat de TathÄgata wurdt
respekteare, earbiedige, wurdearre, huldigjen en earet. Mar, Ananda,
elke bhikkhu of bhikkhuni, lekeman of lekeman, oerbleaune
dhamm’Änudhamma’p'paį¹ipanna, sÄmÄ«ci’p'paį¹ipanna, dy’t libbet yn
oerienstimming mei de Dhamma, dat men respekteart, ferearet, achtsjocht,
huldeart en de TathÄgata earet mei de meast treflike
huldiging.
DĆŖrom, andananda, soene jo josels sa opliede moatte: ‘Wy sille
dhamm’Änudhamma’p'paį¹ipanna, sÄmÄ«ci’p'paį¹ipanna bliuwe, libje yn
oerienstimming mei de Dhamma’.
‘Foar guon fan jo, Änanda, kin it
sa foarkomme:’ De wurden fan ‘e learaar binne Ć“frĆ»n, d’r is net mear in
learaar’. Mar dit, Änanda, soe net moatte wurde sa beskĆ“ge. Dat, Änanda,
dy’t ik jo learde en bekend makke haw as de Dhamma en de Vinaya
Descubrimento dun espertado co universo de conciencia (DAOAU)
https://www.youtube.com/watch?v=zYylP1SozJ8
MahÄparinibbÄna Sutta en 05) PÄįø·i clĆ”sico, 29) InglĆ©s clĆ”sico, romano,
DN 16 - (D ii 137)
MahÄparinibbÄna Sutta
{fragmentos}
- As Ćŗltimas instruciĆ³ns -
[mahÄ-parinibbÄna]
Esta
sutta recolle diversas instruciĆ³ns que Buda deu por amor dos seus
seguidores despois do seu falecemento, o que fai que hoxe en dĆa sexa un
conxunto de instruciĆ³ns moi importante.
Nota: infobrables en todas as palabras de Pali, excepto na secciĆ³n cunha cor verde claro de fondo05)
(O espello do Dhamma)
ExpoƱerei
o discurso sobre o Dhamma que se chama DhammÄdÄsa, do que o
ariyasÄvaka, se asĆ o desexa, pode declarar de si mesmo: ‘Para min, non
hai mĆ”is niraya, non hai mĆ”is tiracchÄna-yoni, non hai mĆ”is pettivisaya,
non mƔis estado de infelicidade, de desgraza, de miseria, son un
sotÄpanna, por natureza libre de estados de miseria, certo de estar
destinado a sambodhi.
E o que, Änanda, Ć© ese discurso sobre o
Dhamma que se chama DhammÄdÄsa, do que o ariyasÄvaka, se asĆ o desexa,
pode declararse de si mesmo: ‘Para min, non hai mĆ”is niraya, non hai
mĆ”is tiracchÄna-yoni, non mĆ”is pettivisaya, non hai mĆ”is estado de
infelicidade, de desgraza, de miseria, son un sotÄpanna, por natureza
libre de estados de miseria, certo de estar destinado a sambodhi?
AquĆ, andananda, un ariyasÄvaka estĆ” dotado de Buda aveccappasÄda:
EstĆ” dotado de Dhamme aveccappasÄda:
EstĆ” dotado de Saį¹ ghe aveccappasÄda:
EstƔ dotado dunha sīla agradable para os ariyas,
Este,
Änanda, Ć© o discurso sobre o Dhamma que se chama DhammÄdÄsa, do que o
ariyasÄvaka, se asĆ o desexa, pode declararse de si mesmo: ‘Para min,
non hai mĆ”is niraya, non hai mĆ”is tiracchÄna-yoni, non hai mĆ”is
pettivisaya Non hai mƔis estado de infelicidade, de desgraza, de
miseria, son un sotÄpanna, por natureza libre de estados de miseria,
certos destinados a sambodhi.
Sato deberĆas quedar, bhikkhus e sampajÄnos. Esta Ć© a nosa intrusiĆ³n para ti.
AquĆ, bhikkhus, un bhikkhu
AsĆ, bhikkhus, Ć© un bhikkhu sato. E como, bhikkhus, Ć© un bhikkhu sampajÄno? AquĆ, bhikkhus,
Esta Ć© a nosa intrusiĆ³n para ti.
Ananda,
as Ć”rbores xemelgas estĆ”n en plena floraciĆ³n, aĆnda que non Ć© a
estaciĆ³n da floraciĆ³n. E as flores choveu sobre o corpo de Tathagata,
caen e espĆ”llanse e estĆ”n espalladas sobre el en adoraciĆ³n ao Tathagata.
E as flores celestes de coral e o po de madeira de sƔndalo do ceo
choven sobre o corpo de Tathagata, e caen e espƔllanse e son espalladas
sobre el en adoraciĆ³n ao Tathagata. E o son das voces celestiais e dos
instrumentos celestiais fai que a mĆŗsica no aire sexa reverenciada polos
Tathagata.
Non por iso, andananda, o TathÄgata Ć© respectado,
venerado, estimado, homenaxeado e honrado. Pero, Ananda, calquera
bhikkhu ou bhikkhuni, laico ou laicista, quedando
dhamm’Änudhamma’p'paį¹ipanna, sÄmÄ«ci’p'paį¹ipanna, vivindo de acordo co
Dhamma, que se respecta, venera, estima, rende homenaxe e honra a
TathÄgata cos mĆ”is excelentes
homenaxe. Polo tanto, andananda, debes
adestrarvos asĆ: “Restaremos dhammÄÄnudhammaĀ“p’paį¹ipanna,
sÄmÄ«ciĀ“pĀ“paį¹ipanna, vivindo de acordo co Dhamma”.
“Para algĆŗns de
vĆ³s, andananda, pode ocorrer asĆ: ‘As palabras do profesor remataron,
xa non hai mestre’. Pero isto, andananda, non deberĆa ser considerado.
Iso, andananda, que eu teƱo ensinado e coƱecido como o Dhamma e o Vinaya
įįį¦įįį«įįį£įį į”įįį§įį įį” įį¦įįį©įįį įŖįįįįįį įįįį” į”įįį§įį įį”įįį (DAOAU)
https://www.youtube.com/watch?v=zYylP1SozJ8
MahÄparinibbÄna Sutta in 05) Classical PÄįø·i, 29) įįįį”įįį£į į įįįįįį”į£į į, į įįįį,
DN 16 - (D II 137)
MahÄparinibbÄna Sutta
{įįį¬į§įįį¢įįį
- įįįį įįį”į¢į į£į„įŖįįįį -
[mahÄ-parinibbÄna]
įį”
į”į£į¢į įįį įįįįį” į”į®įįįįį”į®įį įįįįįįįįį”, į įįįįį”įįŖ įį£įį įįį”įŖį įįį”į
įįįįįįį įįįį” įį£įįį”įįįį”, įįį”į įįį įįįŖįįįįįįį” įØįįįįį, į įįŖ įį įį¦įį” į©įįįįįįį”
į«įįįįį įįįįØįįįįįįįį įįįįįįįįįį” į¬įį įįįįįįįį”.
įØįįįįØįįį: į§įįįį Pali į”įį¢į§įįį” įØįį”įį®įį įįį¤įį įįįŖįįį” įįį įį, į¦įį įį¬įįįį į¤įįįį” į¤įį įį” įįįįįįįįįį” įįį įį (05)
(įį°įįį” į”įį įį)
įį
įįįįįįį į¢įį įįį”įį£į į”įį” įØįį”įį®įį įį°įįį” įØįį”įį®įį, į įįįįį”įįŖ įįį°įįįįįØį į°į„įįį,
į įįįįį” į¤į”įįį įį„įį” įįį”, įį£įį įįį” įį”į į”į£į į”, įį£įį įįį” įį”į į”į£į į”, įØįį£į«įįį
įįįįįįŖį®įįįį” į”įįį£įįį į įįįįį” įØįį”įį®įį: āį©įįįįįį”, įį¦įį įį į”įįįįį” įįį įį įį,
įį¦įį įį įį” į¢įį į©įįįį-įįįį, įį¦įį įį įį” į¬įį įįįįįį, įį į į£į¤į į įįį¢į į£įįįį£į į
įįįįįįį įįįį, į£įįįį£į įįį įį į£įįįį£į įįį, įį įįį įį¦įįįįįįįį, įį£įįįįį, į£įįįį£į į
įįįįįįį įįįįįįį”įįį įįįįį”į£į¤įįį, įįį įįįį£įį, į įį įįįįįįį£įįį į”įįįįįįØį.
įį
į į, andananda, įį įį” įį” įįį”įį£į”įį įį°įįį” įØįį”įį®įį, į įįįįį”įįŖ DhammÄdÄsa
įį¬įįįįį, į įįįįį” į”įįį£įį įįįį ariyasÄvaka, įį£ įį” įį”į į”į£į į”, įØįį£į«įįį į”įįį£įįį į
įįįįį” įØįį”įį®įį įįįįįįŖį®įįįį”: āį©įįįįįį”, įį¦įį įį į”įįįįį” niraya, įį¦įį įį įį”
tiracchÄna-yoni įį įį į pettivisaya, įį¦įį įį į”įįįįį” į£įįįį£į į įįįįįįį įįįį,
į£įįįį£į įįį, į”įįį£į®įįį į, įį įįį įį¦įįįįįįįį, įį£įįįįį, į£įįįį£į į
įįįįįįį įįįįį”įįį įįįįį”į£į¤įįį, į įįį įįįįį įį®į£įį įįį„įį”, į įį įįįįįįį£įįį§į?
įį„, andananda, ariyasÄvaka įį įį” įįįÆįįįįįįį£įį Buddhe aveccappasÄda:
įįį” įį¬įįį Dhamme aveccappasÄda:
įįį” įį¬įįį Saį¹ ghe aveccappasÄda:
įįį” įį«įįįį į”į£įį, į įįįįįįŖ įį įįįįįį” įįįįį®įįįį,
įį”,
andananda, įį įį” įįį”įį£į”įį įį°įįį” įØįį”įį®įį, į įįįįį”įįŖ įįį°įįįįįØį į°į„įįį,
į įįįįį” į¤į£į«įį” įį„įį” ariyasÄvaka, įį£ įį” įį”į į”į£į į”, įØįį£į«įįį įįįįį” įØįį”įį®įį
įįįįįŖį®įįįį”: āį©įįįįįį”, įį¦įį įį į”įįįįį” įįį įįį, įį¦įį įį įį” į¢įį į©įįįį-įįįį,
įį¦įį įŖ į¬įį įįįįįį. , įį¦įį įį į”įįįįį” į£įįįį£į į įįįįįįį įįįį, į£įįįį£į įįį įį
į£įįįį£į įįį, įį įįį įį¦įįįįįįįį įį£įįįį, į£įįįį£į į įįįįįįį įįįįį”įįį įįįįį”į£į¤įįį,
įį£įįįįį, į£įįį¬įįįįį”įįįį”.
į”įį¢į įØįį į£įįį įįį į©į, įįįįį£į”į įį į”įįį”įÆįįį. įį” įį įį” į©įįįį įØįį¢įįį įį„įįįįįįį”.
įį„, bhikkhus, bhikkhu
įįį įįįį, bhikkhus, įį įį” bhikkhu sato. įį į įįįį , bhikkhus, įį įį” bhikkhu sampajÄno? įį„, bhikkhus,
įį” įį įį” į©įįįį įØįį¢įįį įį„įįįįįįį”.
įįįįįį,
į¢į§į£įįį”įŖįįį į®įįįį į”įįį”į į§įįįįįįØįį, įį£įįŖį įį” įį įį įį” į§įįįįįįįįį” į”įįįįį.
įį į§įįįįįįįį į¬įįįįį į¢įį¢įįįį¢įį” į”į®įį£įįį įį į©įįįįįØįįįį įį įį¤įįį¢įįį įį įįį”įį
į¢įį¢įįįį¢įį” įįį§įįįįį”įŖįįįį įį¤įįį¢įįį. įį įŖįį£į į įįį įÆįįį” į§įįįįįįįį įį įįįŖįį£į į
į”įįįįįį” į®įį” į¤į®įįįįį įŖįį”įįį į¬įįįį” į¢įį¢įįįį¢įį” į”į®įį£įįį, į©įįįįįØįįįį įį
įį¤įįį¢įįį įį įįį”įį į¢į įįįįįįį” įįį§įįįįį”įŖįįįį įį¤įįį¢įįį. įįįŖįį£į į į®įįįį įį
įįįŖįį£į į įįį”į¢į į£įįįį¢įįįį” į®įį į°įįį įØį įį£į”įįįį” įį„įŖįįį” įįįįįįį¢įį” įįį¢įįįį”įŖįįįį.
įį”
įį įį įį”, įįįįįį, į įį TathÄgata įįį¢įįį” į”įŖįįį”, įįį¢įįį” į”įŖįįį”, įį¤įį”įįį”
įįį¢įįį”, įįį¢įįį” į”įŖįįį” įį įįį¢įįį” į”įŖįįį”. įįįį įį, įįįįįį, įįįįį”įįįį į įįįį®į£į®į
įį įįįį®į£į®į£įį, įįįįįįįį įį įįįįįįįį, įįį į©įįįį įįįįįįįįØįįįį”į’į’įįįįįįįį,
į”įįį”įįį’į’įį¤įįįįįįį, įŖį®įįį įįį” įį°įįį” įØįį”įįįįįį”įį, į įį įįį¢įįį” į”įŖįįį”,
įįį¢įįį” į”įŖįįį”, įį¤įį”įįį”, įįį¢įįį” į”įŖįįį” įį įįį¢įįį” į”įŖįįį” įįįįįį¢įį” į§įįįįįį
įØįį”įįįįØįįįį
įįį¢įįį. įįįØįį”įįįįį, įį„įįį į£įįį įįį¬įį įįįį įį”į:: į©įįį
įįįį į©įįįį įį°įįāÄnudhammaāpāpaį¹ipanna, sÄmÄ«ciāp’paį¹ipanna, į įįįįįįŖ
įŖį®įįį įįį” įį°įįį” įØįį”įįįįįį”įį ā.
`įįįįįį į įį„įįįįįįį”, įįįįįį, įį”
įØįįį«įįįį įį”į įįį®įįį”:` įįį”į¬įįįįįįįį” į”įį¢į§įįįį įįį”į į£įįį, įįį”į¬įįįįįįįį įį¦įį
įį įį”. įįįį įį įį”, įįįįįį, įį”į įį į£įįį įįįįį®įįįįįįįį”. įį”, andananda,
į įįįįį”įįŖ įį įįį”į¬įįįį įį įįįŖįįįį įØįį į įįįį įŖ Dhamma įį Vinaya
Entdeckung des Erwachten mit dem Bewusstseinsuniversum (DAOAU)
https://www.youtube.com/watch?v=zYylP1SozJ8
MahÄparinibbÄna Sutta in 05) Klassisches PÄįø·i, 29) Klassisches Englisch, Rƶmisch,
DN 16 - (D ii 137)
MahÄparinibbÄna Sutta
{AuszĆ¼ge}
- Die letzten Anweisungen -
[mahÄ-parinibbÄna]
Dieses
Sutta sammelt verschiedene Anweisungen, die der Buddha nach seinem Tod
fĆ¼r seine AnhƤnger gegeben hat, was es heutzutage zu einem sehr
wichtigen Satz von Anweisungen fĆ¼r uns macht.
Hinweis: Infobubbles auf allen Pali-Wƶrtern auĆer im Abschnitt mit hellgrĆ¼ner Hintergrundfarbe05)
(Der Spiegel des Dhamma)
Ich
werde den Diskurs Ć¼ber das Dhamma erlƤutern, das DhammÄdÄsa genannt
wird und von dem der AriyasÄvaka, wenn er dies wĆ¼nscht, von sich selbst
erklƤren kann: āFĆ¼r mich gibt es kein Niraya mehr, kein TiracchÄna-Yoni
mehr, kein Pettivisaya mehr, nein mehr Zustand des UnglĆ¼cks, des
UnglĆ¼cks, des Elends, ich bin ein SotÄpanna, von Natur aus frei von
ZustƤnden des Elends, sicher, fĆ¼r Sambodhi bestimmt zu sein.
Und
was, andananda, ist dieser Diskurs Ć¼ber das Dhamma, der DhammÄdÄsa
genannt wird und von dem der AriyasÄvaka, wenn er dies wĆ¼nscht, von sich
selbst erklƤren kann: āFĆ¼r mich gibt es kein Niraya mehr, kein
TiracchÄna-Yoni mehr pettivisaya, kein Zustand des UnglĆ¼cks, des
UnglĆ¼cks, des Elends mehr, ich bin eine SotÄpanna, von Natur aus frei
von ZustƤnden des Elends, sicher, fĆ¼r Sambodhi bestimmt zu sein?
Hier, Änanda, ist ein AriyasÄvaka mit Buddhe aveccappasÄda ausgestattet:
Er ist mit Dhamme aveccappasÄda ausgestattet:
Er ist mit Saį¹ ghe aveccappasÄda ausgestattet:
Er ist mit einer SÄ«la ausgestattet, die den Ariyas angenehm ist.
Dies,
Änanda, ist der Diskurs Ć¼ber das Dhamma, das DhammÄdÄsa genannt wird
und von dem der AriyasÄvaka, wenn er dies wĆ¼nscht, von sich selbst
erklƤren kann: āFĆ¼r mich gibt es kein Niraya mehr, kein TiracchÄna-Yoni
mehr, kein Pettivisaya mehr , kein Zustand des UnglĆ¼cks, des UnglĆ¼cks,
des Elends mehr, ich bin ein SotÄpanna, von Natur aus frei von ZustƤnden
des Elends, sicher, fĆ¼r Sambodhi bestimmt zu sein.
Sato solltest du bleiben, Bhikkhus und SampajÄnos. Dies ist unsere Anweisung an Sie.
Hier Bhikkhus, ein Bhikkhu
Somit ist Bhikkhus ein Bhikkhu Sato. Und wie, Bhikkhus, ist ein Bhikkhu SampajÄno? Hier, Bhikkhus,
Dies ist unsere Anweisung an Sie.
Ananda,
die ZwillingsbƤume sind in voller BlĆ¼te, obwohl es nicht die BlĆ¼tezeit
ist. Und die BlĆ¼ten regnen auf den Kƶrper des Tathagata und fallen und
zerstreuen sich und werden in Anbetung des Tathagata darauf gestreut.
Und himmlische Korallenblumen und himmlisches Sandelholzpulver vom
Himmel regnen auf den Kƶrper des Tathagata herab und fallen und
zerstreuen sich und werden darauf gestreut, um den Tathagata anzubeten.
Und der Klang himmlischer Stimmen und himmlischer Instrumente lƤsst aus
Ehrfurcht vor dem Tathagata Musik in der Luft machen.
Nicht
dadurch, Änanda, wird der TathÄgata respektiert, verehrt, geschƤtzt,
gewĆ¼rdigt und geehrt. Aber Ananda, jeder Bhikkhu oder Bhikkhuni, Laie
oder Laie, bleibt dhamm’Änudhamma’p'paį¹ipanna, sÄmÄ«ci’p'paį¹ipanna, lebt
in Ćbereinstimmung mit dem Dhamma, dass man die TathÄgata respektiert,
verehrt, schƤtzt, huldigt und ehrt mit den besten
Huldigung. Deshalb,
Änanda, solltest du dich so ausbilden: “Wir werden
dhammāÄnudhammaāp’paį¹ipanna bleiben, sÄmÄ«ciāp’paį¹ipanna, in
Ćbereinstimmung mit dem Dhamma leben”.
“FĆ¼r einige von Ihnen,
andananda, kann es so vorkommen:” Die Worte des Lehrers sind beendet, es
gibt keinen Lehrer mehr. ” Aber dies, andananda, sollte nicht so
berĆ¼cksichtigt werden. Das, Änanda, das ich dir als Dhamma und Vinaya
beigebracht und bekannt gemacht habe
Discovery of Awakened One with Awareness Universe (DAOAU)
https://www.youtube.com/watch?v=zYylP1SozJ8
MahÄparinibbÄna Sutta ĻĪµ 05) Classical PÄįø·i, 29) Classical English, Roman,
DN 16 - (Ī ii 137)
MahÄparinibbÄna Sutta
{Ī±ĻĪæĻĻĪ¬ĻĪ¼Ī±ĻĪ±}
- ĪĪ¹ ĻĪµĪ»ĪµĻ
ĻĪ±ĪÆĪµĻ ĪæĪ“Ī·Ī³ĪÆĪµĻ -
[mahÄ-parinibbÄna]
ĪĻ
ĻĻ
ĻĪæ sutta ĻĻ
Ī³ĪŗĪµĪ½ĻĻĻĪ½ĪµĪ¹ Ī“Ī¹Ī¬ĻĪæĻĪµĻ ĪæĪ“Ī·Ī³ĪÆĪµĻ ĻĪæĻ
ĪĪ“ĻĻĪµ Īæ ĪĪæĻĪ“Ī±Ļ Ī³Ī¹Ī± ĻĪ¬ĻĪ· ĻĻĪ½
ĪæĻĪ±Ī“ĻĪ½ ĻĪæĻ
Ī¼ĪµĻĪ¬ ĻĪæ ĪøĪ¬Ī½Ī±ĻĻ ĻĪæĻ
, Ī³ĪµĪ³ĪæĪ½ĻĻ ĻĪæĻ
ĻĪæ ĪŗĪ±ĪøĪ¹ĻĻĪ¬ ĪĪ½Ī± ĻĪæĪ»Ļ ĻĪ·Ī¼Ī±Ī½ĻĪ¹ĪŗĻ
ĻĻĪ½ĪæĪ»Īæ ĪæĪ“Ī·Ī³Ī¹ĻĪ½ Ī³Ī¹Ī± ĪµĪ¼Ī¬Ļ ĻĪ®Ī¼ĪµĻĪ±.
Ī£Ī·Ī¼ĪµĪÆĻĻĪ·: infobubbles ĻĪµ ĻĪ»ĪµĻ ĻĪ¹Ļ Ī»ĪĪ¾ĪµĪ¹Ļ Pali ĪµĪŗĻĻĻ Ī±ĻĻ ĻĪ·Ī½ ĪµĪ½ĻĻĪ·ĻĪ± Ī¼Īµ Ī±Ī½ĪæĪ¹ĻĻĻ ĻĻĪ¬ĻĪ¹Ī½Īæ ĻĻĪ½ĻĪæ ĻĻĻĪ¼Ī±05)
(Ī ĪŗĪ±ĪøĻĪĻĻĪ·Ļ ĻĪæĻ
ĪĻĪ¬Ī¼Ī¼Ī±)
ĪĪ±
ĪµĪŗĪøĪĻĻ ĻĪæĪ½ Ī»ĻĪ³Īæ Ī³Ī¹Ī± ĻĪæ Dhamma, ĻĪæ ĪæĻĪæĪÆĪæ ĪæĪ½ĪæĪ¼Ī¬Ī¶ĪµĻĪ±Ī¹ DhammÄdÄsa, ĻĪæ ĪæĻĪæĪÆĪæ
ĪŗĪ±ĻĪĻĪµĪ¹ Īæ ariyasÄvaka, Ī±Ī½ ĻĪæ ĪµĻĪ¹ĪøĻ
Ī¼ĪµĪÆ, Ī¼ĻĪæĻĪµĪÆ Ī½Ī± Ī“Ī·Ī»ĻĻĪµĪ¹: Ā«ĪĪ¹Ī± Ī¼ĪĪ½Ī±,
Ī“ĪµĪ½ Ļ
ĻĪ¬ĻĻĪµĪ¹ ĻĪ¹Ī± niraya, ĻĪÆĻĪæĻĪ± Ī¬Ī»Ī»Īæ tiracchÄna-yoni, ĻĻĪ¹ Ī¬Ī»Ī»Īæ
pettivisaya, ĻĻĪ¹ ĻĪµĻĪ¹ĻĻĻĻĪµĻĪ· ĪŗĪ±ĻĪ¬ĻĻĪ±ĻĪ· Ī“Ļ
ĻĻĻ
ĻĪÆĪ±Ļ, Ī±ĻĻ
ĻĪÆĪ±Ļ, Ī“Ļ
ĻĻĻ
ĻĪÆĪ±Ļ,
ĪµĪÆĪ¼Ī±Ī¹ Ī¼Ī¹Ī± ĻĪæĻĪ±ĻĪ¬Ī½Ī½Ī±, Ī±ĻĻ ĻĪ· ĻĻĻĪ· Ī¼ĪæĻ
Ī±ĻĪ±Ī»Ī»Ī±Ī³Ī¼ĪĪ½Ī· Ī±ĻĻ ĪŗĪ±ĻĪ±ĻĻĪ¬ĻĪµĪ¹Ļ
Ī“Ļ
ĻĻĻ
ĻĪÆĪ±Ļ, ĻĪæĻ
ĪµĪÆĪ¼Ī±Ī¹ ĻĪÆĪ³ĪæĻ
ĻĪæĻ ĻĻĪ¹ ĻĻĪæĪæĻĪÆĪ¶ĪæĪ¼Ī±Ī¹ Ī³Ī¹Ī± sambodhi.
ĪĪ±Ī¹
ĻĪ¹, Änanda, ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ Ī±Ļ
ĻĻĻ Īæ Ī»ĻĪ³ĪæĻ Ī³Ī¹Ī± ĻĪæ Dhamma, ĻĪæĻ
ĪæĪ½ĪæĪ¼Ī¬Ī¶ĪµĻĪ±Ī¹
DhammÄdÄsa, Īæ ĪæĻĪæĪÆĪæĻ Ī“Ī¹Ī±ĪøĪĻĪµĪ¹ ĻĪæĪ½ ĪæĻĪæĪÆĪæ Īæ ariyasÄvaka, Ī±Ī½ ĻĪæ ĪµĻĪ¹ĪøĻ
Ī¼ĪµĪÆ,
Ī¼ĻĪæĻĪµĪÆ Ī½Ī± Ī“Ī·Ī»ĻĻĪµĪ¹ Ī³Ī¹Ī± ĻĪæĪ½ ĪµĪ±Ļ
ĻĻ ĻĪæĻ
: Ā«ĪĪ¹Ī± Ī¼ĪĪ½Ī±, Ī“ĪµĪ½ Ļ
ĻĪ¬ĻĻĪµĪ¹ Ī¬Ī»Ī»Īæ niraya,
ĻĻĪ¹ Ī¬Ī»Ī»Īæ tiracchÄna-yoni, ĻĻĪ¹ ĻĪµĻĪ¹ĻĻĻĻĪµĻĪæ pettivisaya, ĻĻĪ¹ ĻĪ¹Ī±
ĪŗĪ±ĻĪ¬ĻĻĪ±ĻĪ· Ī“Ļ
ĻĻĻ
ĻĪÆĪ±Ļ, Ī±ĻĻ
ĻĪÆĪ±Ļ, Ī“Ļ
ĻĻĻ
ĻĪÆĪ±Ļ, ĪµĪÆĪ¼Ī±Ī¹ Ī¼Ī¹Ī± ĻĪæĻĪ¬ĻĪ½Ī±, Ī±ĻĻ ĻĪ· ĻĻĻĪ·
Ī¼ĪæĻ
Ī±ĻĪ±Ī»Ī»Ī±Ī³Ī¼ĪĪ½Ī· Ī±ĻĻ ĪŗĪ±ĻĪ±ĻĻĪ¬ĻĪµĪ¹Ļ Ī“Ļ
ĻĻĻ
ĻĪÆĪ±Ļ, ĻĪæĻ
ĪµĪÆĪ¼Ī±Ī¹ Ī²ĪĪ²Ī±Ī¹ĪæĻ ĻĻĪ¹
ĻĻĪæĪæĻĪÆĪ¶ĪæĪ¼Ī±Ī¹ Ī³Ī¹Ī± sambodhi;
ĪĪ“Ļ, andananda, Ī¼Ī¹Ī± ariyasÄvaka ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ ĻĻĪæĪ¹ĪŗĪ¹ĻĪ¼ĪĪ½Ī· Ī¼Īµ ĻĪæĪ½ Buddhe aveccappasÄda:
ĪĪÆĪ½Ī±Ī¹ ĻĻĪæĪ¹ĪŗĪ¹ĻĪ¼ĪĪ½ĪæĻ Ī¼Īµ ĻĪæĪ½ Dhamme aveccappasÄda:
ĪĪÆĪ½Ī±Ī¹ ĻĻĪæĪ¹ĪŗĪ¹ĻĪ¼ĪĪ½ĪæĻ Ī¼Īµ ĻĪæĪ½ Saį¹ ghe aveccappasÄda:
ĪĪÆĪ½Ī±Ī¹ ĻĻĪæĪ¹ĪŗĪ¹ĻĪ¼ĪĪ½Īæ Ī¼Īµ ĪĪ½Ī± ĻĪ¹Ī»Ī¬ ĻĪæĻ ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ ĪµĻ ĻĪ¬ĻĪ¹ĻĻĪæ Ī³Ī¹Ī± ĻĪæĻ Ļ ĪĻĪ¹ĪµĻ,
ĪĻ
ĻĪ®,
Ī· Änanda, ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ Īæ Ī»ĻĪ³ĪæĻ Ī³Ī¹Ī± ĻĪæ Dhamma ĻĪæĻ
ĪæĪ½ĪæĪ¼Ī¬Ī¶ĪµĻĪ±Ī¹ DhammÄdÄsa, ĻĪæĻ
ĪæĻĪæĪÆĪæĻ
Īæ ariyasÄvaka, Ī±Ī½ ĻĪæ ĪµĻĪ¹ĪøĻ
Ī¼ĪµĪÆ, Ī¼ĻĪæĻĪµĪÆ Ī½Ī± Ī“Ī·Ī»ĻĻĪµĪ¹ ĻĪæĪ½ ĪµĪ±Ļ
ĻĻ ĻĪæĻ
:
Ā«ĪĪ¹Ī± Ī¼ĪĪ½Ī±, Ī“ĪµĪ½ Ļ
ĻĪ¬ĻĻĪµĪ¹ ĻĪ¹Ī± niraya, ĻĪÆĻĪæĻĪ± Ī¬Ī»Ī»Īæ tiracchÄna-yoni, ĻĻĪ¹ Ī¬Ī»Ī»Īæ
pettivisaya , ĻĻĪ¹ ĻĪ¹Ī± ĪŗĪ±ĻĪ¬ĻĻĪ±ĻĪ· Ī“Ļ
ĻĻĻ
ĻĪÆĪ±Ļ, Ī±ĻĻ
ĻĪÆĪ±Ļ, Ī“Ļ
ĻĻĻ
ĻĪÆĪ±Ļ, ĪµĪÆĪ¼Ī±Ī¹
Ī¼Ī¹Ī± ĻĪæĻĪ¬ĻĪ½Ī±, Ī±ĻĻ ĻĪ· ĻĻĻĪ· Ī¼ĪæĻ
Ī±ĻĪ±Ī»Ī»Ī±Ī³Ī¼ĪĪ½Ī· Ī±ĻĻ ĪŗĪ±ĻĪ±ĻĻĪ¬ĻĪµĪ¹Ļ Ī“Ļ
ĻĻĻ
ĻĪÆĪ±Ļ, ĻĪæĻ
ĪµĪÆĪ¼Ī±Ī¹ Ī²ĪĪ²Ī±Ī¹ĪæĻ ĻĻĪ¹ ĻĻĪæĪæĻĪÆĪ¶ĪæĪ¼Ī±Ī¹ Ī³Ī¹Ī± sambodhi.
Ī£Ī¬ĻĪæ Ī±Ī½ ĻĪ±ĻĪ±Ī¼ĪµĪÆĪ½ĪµĪ¹Ļ, Ī¼ĻĪ¹ĪŗĪÆĪŗĪæĻ Ļ ĪŗĪ±Ī¹ ĻĪ±Ī¼ĻĪ¬Ī½Ī±. ĪĻ ĻĪ® ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ Ī· ĻĪ±ĻĪĪ¼Ī²Ī±ĻĪ® Ī¼Ī±Ļ ĻĪµ ĪµĻĪ¬Ļ.
ĪĪ“Ļ, bhikkhus, bhikkhu
ĪĻĻĪ¹, Īæ bhikkhus, ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ ĪĪ½Ī±Ļ bhikkhu sato. ĪĪ±Ī¹ ĻĻĻ, bhikkhus, ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ bhikkhu sampajÄno; ĪĪ“Ļ, bhikkhus,
ĪĻ ĻĪ® ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ Ī· ĻĪ±ĻĪĪ¼Ī²Ī±ĻĪ® Ī¼Ī±Ļ ĻĪµ ĪµĻĪ¬Ļ.
Ananda,
ĻĪ± Ī“ĪĪ½ĻĻĪ± Ī“ĪÆĪ“Ļ
Ī¼ĪæĻ
sala ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ ĻĪµ ĻĪ»Ī®ĻĪ· Ī¬Ī½ĪøĪ·ĻĪ·, Ī±Ī½ ĪŗĪ±Ī¹ Ī“ĪµĪ½ ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ Ī· ĪµĻĪæĻĪ®
ĻĪ·Ļ Ī±Ī½ĪøĪæĻĪæĻĪÆĪ±Ļ. ĪĪ±Ī¹ ĻĪ± Ī¬Ī½ĪøĪ· Ī²ĻĪĻĪæĪ½ĻĪ±Ī¹ ĻĪ¬Ī½Ļ ĻĻĪæ ĻĻĪ¼Ī± ĻĪæĻ
Ī¤Ī±ĪøĪ±Ī³ĪŗĪ¬ĻĪ± ĪŗĪ±Ī¹
ĻĪĻĻĪæĻ
Ī½ ĪŗĪ±Ī¹ Ī“Ī¹Ī±ĻĪŗĪæĻĻĪÆĪ¶ĪæĪ½ĻĪ±Ī¹ ĪŗĪ±Ī¹ ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ ĻĪŗĪæĻĻĪ¹ĻĪ¼ĪĪ½Ī± ĻĪ¬Ī½Ļ ĻĪæĻ
ĻĻĪ· Ī»Ī±ĻĻĪµĪÆĪ±
ĻĪæĻ
Ī¤Ī±ĪøĪ±Ī³ĪŗĪ¬ĻĪ±. ĪĪ±Ī¹ ĪæĻ
ĻĪ¬Ī½Ī¹Ī± ĪŗĪæĻĪ±Ī»Ī»Ī¹ĪæĪ³ĪµĪ½Ī® Ī»ĪæĻ
Ī»ĪæĻĪ“Ī¹Ī± ĪŗĪ±Ī¹ ĪæĻ
ĻĪ¬Ī½Ī¹Ī±
ĻĪ±Ī½Ī“Ī±Ī»ĻĪ¾Ļ
Ī»Ī· Ī±ĻĻ ĻĪæĪ½ ĪæĻ
ĻĪ±Ī½Ļ Ī²ĻĪĻĪæĪ½ĻĪ±Ī¹ ĻĪ¬Ī½Ļ ĻĻĪæ ĻĻĪ¼Ī± ĻĪæĻ
Ī¤Ī±ĪøĪ±Ī³ĪŗĪ¬ĻĪ±, ĪŗĪ±Ī¹
ĻĪĻĻĪæĻ
Ī½ ĪŗĪ±Ī¹ Ī“Ī¹Ī±ĻĪŗĪæĻĻĪÆĪ¶ĪæĪ½ĻĪ±Ī¹ ĪŗĪ±Ī¹ ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ ĻĪŗĪæĻĻĪ¹ĻĪ¼ĪĪ½Ī± ĻĪ¬Ī½Ļ ĻĪæĻ
ĻĻĪ· Ī»Ī±ĻĻĪµĪÆĪ±
ĻĪæĻ
Ī¤Ī±ĪøĪ±Ī³ĪŗĪ¬ĻĪ±. ĪĪ±Ī¹ Īæ Ī®ĻĪæĻ ĻĻĪ½ ĪæĻ
ĻĪ¬Ī½Ī¹ĻĪ½ ĻĻĪ½ĻĪ½ ĪŗĪ±Ī¹ ĻĻĪ½ ĪæĻ
ĻĪ¬Ī½Ī¹ĻĪ½ ĪæĻĪ³Ī¬Ī½ĻĪ½
ĪŗĪ¬Ī½ĪµĪ¹ ĻĪ· Ī¼ĪæĻ
ĻĪ¹ĪŗĪ® ĻĻĪæĪ½ Ī±ĪĻĪ± Ī±ĻĻ ĻĪµĪ²Ī±ĻĪ¼Ļ Ī³Ī¹Ī± ĻĪæĪ½ Ī¤Ī±ĪøĪ±Ī³ĪŗĪ¬ĻĪ±.
ĪĪµĪ½
ĪµĪÆĪ½Ī±Ī¹ Ī±ĻĻ Ī±Ļ
ĻĻ, Änanda, ĻĻĪ¹ Ī· Ī¤Ī±ĪøĪ±Ī³Ī¬ĻĪ± Ī³ĪÆĪ½ĪµĻĪ±Ī¹ ĻĪµĪ²Ī±ĻĻĪ®, ĻĪµĪ²Ī±ĻĻĪ®,
ĻĪµĪ²Ī±ĻĻĪ®, ĻĪ¹Ī¼Ī¬ ĪŗĪ±Ī¹ ĻĪ¹Ī¼Ī¬ĻĪ±Ī¹. ĪĪ»Ī»Ī¬, Ananda, ĪæĻĪæĪ¹ĪæĻĪ“Ī®ĻĪæĻĪµ bhikkhu Ī®
bhikkhuni, Ī±ĻĪ»ĻĻ Ī® Ī»Ī±ĻĪŗĻĻ, ĻĪ±ĻĪ±Ī¼ĪĪ½ĪµĪ¹ dhamm’Änudhamma’p'paį¹ipanna,
sÄmÄ«ci’p'paį¹ipanna, ĻĪæĻ
Ī¶ĪµĪ¹ ĻĻĪ¼ĻĻĪ½Ī± Ī¼Īµ ĻĪæ Dhamma, ĻĪæĻ
ĪŗĪ¬ĻĪæĪ¹ĪæĻ ĻĪĪ²ĪµĻĪ±Ī¹,
ĻĪ¹Ī¼Ī¬, ĪµĪŗĻĪ¹Ī¼Ī¬, ĻĪ¹Ī¼Ī¬, ĪŗĪ±Ī¹ ĻĪ¹Ī¼Ī¬ ĻĪæĪ½ Ī¤Ī±ĪøĪ±ĻĪ¶Ī¬ĻĪ± Ī¼Īµ ĻĪæ ĻĪ¹Īæ ĪµĪ¾Ī±Ī¹ĻĪµĻĪ¹ĪŗĻ
ĻĻĻĪæĻ
ĻĪ¹Ī¼Ī®Ļ. ĪĻĪæĪ¼ĪĪ½ĻĻ, andananda, ĻĻĪĻĪµĪ¹ Ī½Ī± ĪµĪŗĻĪ±Ī¹Ī“ĪµĻĪµĻĪ±Ī¹ ĪĻĻĪ¹: Ā«ĪĪ±
ĻĪ±ĻĪ±Ī¼ĪµĪÆĪ½ĪæĻ
Ī¼Īµ dhammāÄnudhammaāpāpaį¹ipanna, sÄmÄ«ciāpāpaį¹ipanna, Ī¶ĻĪ½ĻĪ±Ļ
ĻĻĪ¼ĻĻĪ½Ī± Ī¼Īµ ĻĪæ DhammaĀ».
Ā«Ī£Īµ Ī¼ĪµĻĪ¹ĪŗĪæĻĻ Ī±ĻĻ ĪµĻĪ¬Ļ, andananda, Ī¼ĻĪæĻĪµĪÆ
Ī½Ī± ĻĻ
Ī¼Ī²ĪµĪÆ ĪĻĻĪ¹:Ā« Ī¤Ī± Ī»ĻĪ³Ī¹Ī± ĻĪæĻ
ĪĪ±ĻĪŗĪ¬Ī»ĪæĻ
ĪĻĪæĻ
Ī½ ĻĪµĪ»ĪµĪ¹ĻĻĪµĪ¹, Ī“ĪµĪ½ Ļ
ĻĪ¬ĻĻĪµĪ¹
ĻĪ»ĪĪæĪ½ ĪĪ¬ĻĪŗĪ±Ī»ĪæĻ Ā». ĪĪ»Ī»Ī¬ Ī±Ļ
ĻĻ, Änanda, Ī“ĪµĪ½ ĻĻĪĻĪµĪ¹, Ī½Ī± ĻĪæ ĪµĪ¾ĪµĻĪ¬ĻĪæĻ
Ī¼Īµ. ĪĻ
ĻĻ,
andananda, ĻĪæ ĪæĻĪæĪÆĪæ ĪĻĻ Ī“Ī¹Ī“Ī¬Ī¾ĪµĪ¹ ĪŗĪ±Ī¹ ĻĪ±Ļ Ī³Ī½ĻĻĻĪæĻĪæĪ¹Ī®ĻĪµĪ¹ ĻĻ Dhamma ĪŗĪ±Ī¹
Vinaya
MAY ALL SENTIENT AND NON-SENTIENT BEINGS BE EVER HAPPY WELL AND SECURE